MIKE SPONZA - HASSELT - 08/01/15 | |
|
Mike Sponza (°1969) is een uit Triëst, Italië afkomstige blues gitarist en zanger. Sponza tourt nog steeds wereldwijd als frontman van zijn “Mike Sponza Band”, of als gast / leider van een muzikaal project. Sponza won in 2005 én in 2008 de ‘Blues Music Award for guitar’. In 2013 wordt Sponza als ‘Traditional Male Blues Artist’ genomineerd voor de ‘The Blues Foundation’s Blues Music Award’. Hij ontvangt in 2013 ook, na twintig jaren te hebben geschreven voor de ‘Blues Revue’, de ‘Keeping the Blues Alive Award for Journalism’. Sponza is de medeoprichter van de ‘The VizzTone Label Group’. Sponza’s platen debuut start in 1997, met het album “News For You”. In 2005 begint Sponza met het project “Kakanic Blues”, het éérste ‘Central European blues’ initiatief. Een CD en een DVD worden in 2006 uitgegeven onder de naam “Central Europe Blues Convention”. Hieraan werken enkele belangrijke muzikanten en gitaar legende Carl Verheyen mee als special guest. In 2007 wordt het album “Kakanic Blues 2.0” uitgebracht, waaraan vijfentwintig muzikanten uit diverse landen en speciale gasten Ian Siegal en Carl Verheyen deelnemen. In 2011 wordt het project vervolledigd met het album “Continental Shuffle”. In 2011 was Mike Sponza reeds in de Muziekodroom in Hasselt, als begeleidingsband van Bob Margolin (“Muddy Waters Blues Band”), geprogrammeerd door move2blues (het blues aanbod in de MOD van enkele, ik citeer, “uit mahoniehout gesneden blues freaks”). In 2015 staat Mike Sponza als éérste in de blues agenda van move2blues genoteerd, om het nieuwe seizoen (iedere 2de donderdag van de maanden okt. t.m. mei) te openen. Mike Sponza kan je met drie woorden omschrijven: blues, soul en R&R. Wij, van Rootstime, hadden de kans om aan deze belangrijke Europese blues vertegenwoordiger Mike Sponza, enkele vragen te stellen. Je roots liggen in Noord Oost Italië (Triest). Hoe is je muzikale carrière gestart? Ben je opgegroeid in een muzikale omgeving / familie? Wanneer wou je muzikant wou worden en niet… Dat is juist, ik kom uit Noord Italië uit Triest en ik woon aan de grens van Slovenië. Hoe ik mijn carrière startte? Hoe oud was je toen je begon? Ben je thuis muzikaal opgegroeid? Voor dat je solo ging speelde je in een band, die soms andere artiesten backte. Een van deze artiesten was Bob Margolin. Hoe ben je met hem in contact gekomen? Was Margolin belangrijk in je carrière? Aanvankelijk, toen ik begon, speelde ik in een big band, met blazers en gitaren. Ik zat in de achtergrond en speelde ritme gitaar. Al na enkele maanden, heb ik met mijn eigen blues band opgericht. Met deze band treed ik ondertussen al bijna dertien jaren op. We traden vooral op in centraal Europa en Italië. De band (nvdr: opgericht in 1992, met: Angela Chiocca (sax), Alessandro Maffioli - drums, Coba & Matias) noemde “Blues Etcetera”. Later, voordat ik solo ging, heb ik ook opgetreden met andere muzikanten. Dit waren soms ook Amerikaanse muzikanten (nvdr: In 1995 met Billy Branch en zijn “Sons Of Blues”). Toen heb je ook Bob Margolin ontmoet. Was hij belangrijk voor je verdere carrière? Was dit belangrijk? Je bent ook altijd een fan geweest van Europese en meer specifiek, van Britse blues muziek. Vanwaar deze interesse? Is er ook een evolutie geweest in de Britse blues muziek? Europese blues muziek is voor mij de hoofdzaak! Ik heb, zoals al mijn tijdgenoten, éérst de Britse blues muziek ontdekt, de “Britse wave”. Zo is alles begonnen. Rond 1996, in de Italiaanse band, waarin ik speelde, had de bassist een heel sterke affiniteit met de Britse blues muziek in Londen. Hij speelde samen met Alexis Korner en hij was persoonlijk bevriend, met alle leden van de “Rolling Stones”. Als Keith Richard naar Venitie kwam, sliep hij in zijn huis. Mick Taylor, John Mayall… hij kende ze allemaal. Via hem had ik een andere “direct link”. Later ontdekte ik ook andere blues muzikanten, uit andere landen en bracht ik met “The Central Europe Blues Convention” in 2004) “Kakanic Blues” uit. Centraal, omdat ik vanuit Kroatië en Slovenië begonnen ben, met deze projecten. Jarenlang zijn de muzikanten daar afgesloten geweest van alle andere muzikale informatie. Met één LP moesten soms honderd mensen het doen. Ze hebben tijdens dit “isolement” hun eigen “populaire” stijl van blues en jazz ontwikkeld. Hun stijl was totaal verschillend van deze van de rest van Europa. Ze zijn muzikaal heel erg geïnteresseerd en hongerig. Daarom besloot ik éérst te beginnen met “The Central Europe Blues Convention” en daarna (in 2011) met de “Continental Shuffle” met de “European Blues Convention”. Her speelden vijfendertig muzikanten mee van Denemarken (met Thorbjørn Risager, Erja Lyytinen & Vid Jamnik), Spanje, Duitsland… omdat het allemaal fantastische muzikanten zijn. En, er is één ding heel goed aan de blues in Europa: de teksten. De originele teksten zijn gebaseerd op Europese ervaringen. Wij kopiëren niet zomaar de “Mississippi Experience”. Eenvoudig weg, omdat we daar niet leven. Ieder land beleeft de blues op zijn specifieke manier. De Spaanse benadering is verschillend van de Deense benadering. Ik hou daarvan. We moeten niet bang zijn om te tonen, waar onze roots liggen en van welk land we komen… Ook als we Amerikaanse muziek spelen. Denk je, dat er een toekomst weggelegd is voor de blues muziek in Europa, zonder over de schouwer mee te kijken naar de States? Heeft de blues muziek in Europa een eigen gezicht? Een toekomst? Of, moeten we onze blues “business” gaan veranderen? We hebben de (spijtige) gewoonte, om nog te veel over onze schouder te kijken, naar wat ze in de States doen. En verder geloof ik er ook stellig in, dat er een andere manier moet zijn, om een ander publiek te kunnen aantrekken. We moeten de interesse bij de jeugd aanwakkeren. We moeten blues mixen met nieuwe sounds, zonder daarom pop of rap te willen brengen… Ik denk meer aan soul, rock… We hebben een jonger publiek nodig. Mike Sponza wegdenken uit een of ander muzikaal project is in de praktijk heel moeilijk. Vanwaar deze interesses / betrokkenheid in zulke projecten? (Mike lacht overtuigend) Heel veel van de namen van de muzikanten in deze projecten komen uit de oude Baltische landen (Slovakije, Servië, Kroatië…) Is de muziek uit deze landen belangrijk voor de blues muziek? Wat is je relatie met Bosko Perovic? Het projekt met de centraal Europese landen startte ongeveer drie jaren geleden, wanneer Primoz Grasic uit Ljubljana me voorstelde, om mijn originele songs te arrangeren voor groot orkest. Hij werkte ongeveer eenentwintig nummers volledig uit, voor symfonisch orkest. We namen een CD en een DVD op met het Sloveens TV Orkest, inclusief extra violen van de filharmonie van Ljubljana. Verder waren er ook gasten aanwezig, zoals Lela Kaplowitz, Ian Siegal en Lara-B. We willen alles nog eens overdoen, maar dit is niet zo gemakkelijk. Belang voor onze muziek? De Kroaat Bosko Petrovic? Wanneer ik citeer “Je pense, donc je suis” refereer ik naar de Franse filosoof Descartes, maar ook naar je nieuwe album “Ergo Sum”. Het album is gebaseerd op Latijnse verzen en er is jaren aan het concept gewerkt om de juiste vertalingen, vorm te vinden. Vanwaar het idee en van wie kreeg je hulp? “Ergo Sum” is geen Latijns iets, maar is gebaseerd op werk van de Franse filosoof Descartes. [nvdr: “Cogito ergo sum” (Ik denk, dus ik ben) is een filosofische stelling van René Descartes, die een belangrijk element werd van de westerse filosofie. “Cogito ergo sum” is Latijn, de taal die men destijds soms sprak, maar vooral waarin werd geschreven. Descartes kwam tot zijn stelling in het werk “Principia Philosophiae” uit 1644] Ik koos voor deze titel, om twee reden. 1, Omdat ik leef. Alles wat ik doe, doe ik, omdat ik leef. Ik speel muziek, dit is “ergo sum”. Ik adem, dit is “ergo sum”… Alles wat je iedere dag doet, telt in je leven. 2, Omdat de naam voor Amerikanen moeilijk uit te spreken is. Ik werkte meer dan twee jaren aan het projekt. Het lezen van klassieke Latijnse gedichten is een hobby van mij. Ik zocht daarvoor mijn lerares van de middelbare klas op, om me te helpen de juiste teksten, over verschillende thema’s te vinden, die ik later in een “blues format” zou willen omzetten. We werkten een dag samen, om alles te verzamelen en uit te werken. Ondertussen stierf ze en besloot ik alleen door te gaan, om dit werk af te maken. Daarna contacteerde ik mijn vriend Ian Siegal, die naar Italië kwam, om me met de vertalingen en taal te helpen. We werkten enkele dagen aan de details en de afwerking. Voor het speciale project hadden we een speciale studio nodig. Mijn drummer stelde de Abbey Road Studios voor. Producer Rob Cass (nvdr: werkte met Giles Martin, Jack Bruce, Bernie Marsden) deed de rest. In oktober van het voorbije jaar, gebeurden de opnamen in studio 3, waar ook (in 1972) “Dark Side Of The Moon” (“Pink Floyd”) opgenomen is. Op één track is Dana Gillespie te horen. Midden december kon ik het eindresultaat beluisteren… Ik weende onder het luisteren van geluk, met de gedachte “Is this my music?” Het is een internationaal album geworden. Ian zingt ook een nummer. Voor de song van Dana had ik eerst slechts twee zinnen, twee strofen. Ik zond haar deze en binnen de dertig minuten, kreeg ik een aanvulling van drie extra verzen. De song over liefde en haat was volledig. Er zijn voor de opnamen enkele extra muzikanten opgetrommeld en mijn band. Indien je in de toekomst nog met iemand zou willen samen werken, met wie is het dan en waarom? Interessante vraag! Velen muzikanten willen met dode mensen samen optreden, ik niet! Ik wil iets doen met Tom Jones! Hij zingt fantastisch blues. Leer je uit de muziek iets over jezelf? (Korte stilte) Ja, heel veel. Ik ga regelmatig tot op de grens, de limiet en dat is heel belangrijk, om je zelf te kennen. Ik probeer altijd mezelf te zijn, dat vind ik heel belangrijk. Bestaat er nog een leven naast de muziek? Ja, een groot leven! Toen ik vijfentwintig werd, besloot ik dat ik niet meer zoveel zou optreden. Ik deed toen meer dan 150 shows jaarlijks. Ik had toen absoluut geen eigen leven. Ik besloot dat ik ook andere dingen rond muziek wou doen. Ik speel nu nog zo’n 75 keren per jaar, ik doe aan copywriting en ik ben aandeelhouder in een bedrijf in Trieste, dat “instore music” levert. [nvdr: “In store music”: Custom radio in store for your marketing and brand. Save on background music“ – klantgerichte muziek via internet] Wat zijn je plannen voor de nabije toekomst? Ik weet het nog niet… Waarschijnlijk opnieuw iets met groot orkest. De Latijnse verzen misschien? Ik heb interesses van universiteiten en scholen. Ze hebben me gevraagd, om hen te onderrichten, over het gebruiken van Latijnse verzen in muziek. Over het gebruik van een zogenaamde “dode taal”, die niet dood is. Ik ga daarom in enkele scholen optreden in mijn omgeving. Ik wil zo deze muziek naar de jeugd brengen. Latijn is een taal waar ieder woord, maar één betekenis heeft. Met twee woorden kan je al heel veel zeggen. Iedereen zou Latijns moeten denken!... Bedankt voor dit gesprek en maak er straks een geweldige show van! Eric Schuurmans
|